Schriftelijke vragen

Wat zijn schriftelijke vragen

Elk raadslid heeft op grond van de Gemeentewet een persoonlijk recht schriftelijke vragen te stellen aan het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders dient binnen een termijn van 21 dagen na indiening deze vragen schriftelijk te beantwoorden, tenzij de vragensteller aangeeft dat mondelinge beantwoording in een raadsvergadering wordt verwacht. De beantwoording van de vragen wordt toegevoegd aan de Lijst ingekomen stukken van de eerstvolgende raadsvergadering. De vragensteller kan in deze raadsvergadering nadere inlichtingen vragen over het door het college gegeven antwoord.

De procedure

Een raadslid mailt zijn of haar schriftelijke vragen naar de griffie. De griffie stuurt vervolgens de ingediende vragen van het betreffende raadslid door naar het college van burgemeester en wethouders voor beantwoording. Zodra het college de vragen heeft beantwoord, ontvangt de griffie de beantwoording en zet deze door aan de vragensteller. Ook plaatst de griffie de beantwoording in iBabs (de vergaderapplicatie van de raad), zodat de raad hier kennis van kan nemen. Daarnaast plaatst de griffie de beantwoording van de vragen op de Lijst ingekomen stukken voor de eerstvolgende raadsvergadering. Hiermee is de beantwoording van de schriftelijke vragen openbaar.

Beantwoording schriftelijke vragen

Hier lees je de beantwoording van het college op de schriftelijke vragen die een raadslid in de periode 2022-2026 gesteld heeft.

2024

 

2023

 

2022